zondag 31 maart 2013

Een bevroren Pasen


Ontluikende bloesem van de pruimelaar? Nope. Eerste tulpjes en paaslelies? Nope. Een heerlijk lentetemperatuurtje? Nope. Deze Pasen gaat wellicht de geschiedenisboeken in als één van de koudste ooit. We mogen onze klokken vannacht dan wel naar de zomertijd hebben omgeschakeld, buiten blijft de winter standhouden. De voorjaarsbloemen geraken maar niet uit de bevroren grond en waren ook vanmorgen door een laagje rijm bedekt. Van het zaad dat we strooien als voer voor de vogels dachten we nog genoeg te hebben om de volgende winter mee te starten. Maar nee, de voorraad raakte vorige week volledig op, zodat we vandaag maar wat oud brood hebben verkruimeld. Vorig weekend gingen ook de laatste zonnebloempitten in het voederbakje voor de meesjes. Kinderen die vandaag in de tuin paaseieren gaan rapen kunnen maar best hun dikke winterkleren aantrekken.


Net als Kerstmis is ook Pasen gelinkt aan oudheidense gebruiken. Het woord 'Pasen' komt van 'Pesach', het joodse feest dat de bevrijding uit Egypte herdenkt. De christenen herdenken met Pasen de opstanding van Christus uit de dood. Voor hen is dit het feest van innerlijke bevrijding en vernieuwing. Voor de meesten is Pasen tegenwoordig het feest van de lente, waarbij het ontwaken van de natuur na de winter wordt gevierd. Een feest ook van de vruchtbaarheid. Pasen werd in onze contreien gekoppeld aan het Germaanse vruchtbaarheidsfeest 'Ostara', of 'Eostre' in het Oudengels. Vandaar ook de Duitse en Engelse benaming voor Pasen: 'Ostern' en 'Easter'. De traditie van het eieren rapen zou voortkomen uit dat oude vruchtbaarheidsfeest. Vroeger begroeven boeren eieren in de akkers om van de goden een vruchtbare grond en een goede oogst af te dwingen. Dat gebruik hebben we in het verstoppen van paaseieren overgenomen. In de middeleeuwen werd in de vastentijd een kerkelijk verbod ingesteld op het eten van eieren en vlees. In deze periode echter, na de koude winter, leggen de kippen opnieuw eieren. Om de vele eieren te bewaren werden ze gekookt en met Pasen veelvuldig gegeten of cadeau gedaan. Het herinnert me aan mijn prille kindertijd op de lagere school, toen leerkrachten ons vroegen om ons snoepgoed in een 'vastentrommeltje' te bewaren. Na Pasen ging dat trommeltje open en was het natuurlijk een feest als we eindelijk weer van al dat lekkers mochten genieten. Als misdienaar verzamelde ik in de vastenperiode ook 'mispunten'. Want een volle kaart werd met Pasen door de pastoor beloond met een pak van de heerlijkste chocola. In die tijd gingen we ook als misdienaar huis aan huis rond en belden we aan voor eieren. Die eieren waren bestemd voor de pastoor, maar omdat die zich geen indigestie wou eten, kregen we er ook enkele mee naar huis. Al vond ik het pak chocola toch veel lekkerder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten