dinsdag 31 augustus 2010

Rotmaand




Augustus 2010 was letterlijk en figuurlijk een rotmaand. De vele regendagen zorgden ervoor dat de tomatenoogst dit jaar niks wordt. De paprika's daarentegen doen het goed, maar die hebben van regen ook helemaal geen last. De beslissing is dan ook genomen: volgend jaar komt er gewoon een rijtje extra paprika's bij en worden er geen tomaten meer gekweekt. Tomaten kweken in potten, zonder kas en dus ook zonder bescherming tegen de regen, zonder bespuiting met chemisch spul... dat is om de tomatenplaag vragen als het een natte zomer wordt. En nat was ie, deze augustusmaand, die één van de somberste werd ooit.

Het nieuws meldt dat sinds het begin van de metingen er nog maar drie keer een augustusmaand is geweest met meer regen dan de huidige maand. Gemiddeld valt in het meetstation in Ukkel 74,4 millimeter neerslag in de oogstmaand. Dit jaar is de eerste 29 dagen al meer dan 182 millimeter neerslag gevallen, meer dan het dubbele dan gemiddeld. Metingen in andere stations kunnen licht verschillen omdat de zomerregen in buien is gevallen. Zo is het op sommige plaatsen heel nat geweest en op andere dan weer droger. Onze regio werd alvast niet door de regen gespaard. Vorige donderdagavond nog zette een wolkbreuk delen van Eeklo en het Meetjesland blank.

De eerste 29 dagen van de maand waren er amper 126 uren zonneschijn. Het gemiddelde ligt op 200 uren zon voor augustus.

maandag 30 augustus 2010

Naarstig bezig... en uitgeteld





Het bijenvolkje werd deze maand geteisterd door de vele regenbuien. De ene bij blijft echter onvermoeibaar bloemen bezoeken...




... terwijl andere roerloos een totaal uitgebluste indruk geven.

zondag 29 augustus 2010

Volslanke spaghettipompoenen



De pompoen- en courgetteplanten groeien als gek en vinden de omheining die hen wat in toom moest houden toch te beperkend. De planten bloeien goed, al leverden de bakcourgetten nog maar twee - weliswaar bijzonder smakelijke - vruchten op. De spaghettipompoenen gedragen zich heel eigenaardig: de vruchten die normaliter lang en slank zijn, groeien uit tot heel ronde pompoenen. Is dit het gevolg van kruising met andere pompoenen vorig jaar? Zal het vruchtvlees toch dat van spaghettipompoenen zijn? Dat komen we pas te weten wanneer de eerste vrucht de kookpot ingaat. Voor een gehakkelde aurelia - wat een naam voor een vlinder - het verst van zijn zorgen, als hij maar even hier mag komen uitrusten.


maandag 23 augustus 2010

Magere ajuinenoogst


De ajuinenoogst dit jaar laat echt wel te wensen over. Op het perceeltje heb ik iets te overdadig de door de mezen gedropte zonnebloempitten laten ontkiemen en tot grote planten laten uitgroeien. Zo te zien hebben de zonnebloemen alle voedingsstoffen uit de bodem weggehaald. Met amper ajuinen tot gevolg en wat ik wel kon oogsten is nauwelijks groter dan het pootgoed.

zondag 22 augustus 2010

Eerste aardappeltjes gerooid


Vorige dinsdag waren de aardappelen op. Geen probleem: dan rooien we er toch gewoon in eigen tuin. Het zijn Raja-aardappelen, een rood en middenlaat ras (zie bericht van 2 mei).

zaterdag 21 augustus 2010

17 juli: Varengeville-sur-Mer

Op de terugreis van onze zomervakantie ging ons tuinhart pas echt harder kloppen. Omdat we geen lange en saaie rit wilden maken, was er een ommetje gepland langs Varengeville-sur-Mer, in de buurt van Dieppe. Bedoeling was om Dieppe zelf te vermijden, maar blijkbaar moesten we toch door de stad heen. Een korte halte daar bracht ons naar de markt, waar zelfs een imker zijn producten te koop aanbood.





De bestemming die we voor ogen hadden was echter Le Bois des Moutiers, een eind verderop. 'Une Maison et un Parc unique en France', een ware verrukking.



(Het buiten aangeduide picnicverbod geldt uiteraard niet voor de familie die het eigendom bewoont. Geen 'déjeuner' maar een 'dîner sur l'herbe' in een schilderachtig mooie omgeving.)



In 1897 kocht Guillaume Mallet (1860-1945) in Varengeville-sur-Mer een terrein dat toen 'La Valleuse des Moutiers' heette. Mallet voelde zich aangetrokken tot de door William Morris (1836-1896) en anderen in Engeland begonnen 'Arts and Crafts'-beweging en gaf Edwin Lutyens (1869-1944), die hij in 1898 in Parijs ontmoet had, de opdracht zijn nieuwe huis te bouwen. Niet alleen het huis werd volledig in 'Arts and Crafts'-stijl opgetrokken, ook de tuinen werden op z'n Engels aangelegd door Edwin Lutyens in samenwerking met de beroemde Engelse tuinarchitecte Gertrude Jekyll (1849-1932). De formele tuinen rondom het huis zijn ontworpen als buitenkamers en vormen een kleurrijke overgang naar de landschapstuinen in het park.






De landschapstuinen in het 12 ha grote park werden dan weer door Guillaume Mallt zelf ontworpen en beplant. Dankzij de virj hoge zuurtegraad van de grond - heel uitzonderlijk in de kalkachtige bodem in het 'Pays de Caux' - konden plantenrassen als rhododendrons uit de Himalaya, Chinese azalea's, Chileense eucryphias's en Japanse esdoorns hier wonderwel gedijen. Inmiddels hebben sommige van die planten een indrukwekkende hoogte bereikt. Jammer genoeg waren we te laat op het jaar om de rhododendrons en azalea's in bloei te zien. Maar elke maand staat wel iets anders in bloei, zoals nu onder meer de hortensia's.






De moeite waard was ook de kleine wandeling naar het kleine kerkje verderop, met een op de rotsen gebouwd kerkhof, waar onder andere de graftombe van de schilder Braque te vinden is. Het uitzicht op zee is fenomenaal. Is er een rustiger en vreedzamer plekje om de Dag des Oordeels af te wachten, de vele toeristen even buiten beschouwing gelaten?

donderdag 19 augustus 2010

16 juli: Honfleur


Geen tuinen op het programma bij het bezoek aan Honfleur, dé toeristische trekpleister van Normandië (wat meteen ook aan de horecaprijzen te merken is). Honfleur, bij de monding van de Seine, oefende een grote aantrekking uit op schilders als Courbet, Monet en Boudin, maar die keken indertijd nog niet uit op de havenactiviteiten van Le Havre aan de overkant en de indrukwekkende Pont de Normandie.



In het kleine havenstadje trok de bank hierboven mijn aandacht.
Het waterelement herinnerde me eraan dat in mijn eigen tuin nog altijd geen bewegend water aanwezig is.

dinsdag 17 augustus 2010

15 juli: Crèvecoeur-en-Auge, Saint-Pierre-sur-Dives, Vendreuve en Mézidon-Canon



Een dag van alleen maar tuinen en kastelen. Na een stop in het pittoreske dorpje Beuvron-en-Auge ging het richting Château de Crêvecoeur-en-Auge. Deze unieke middeleeuwse versterkte site bleef fantastisch goed bewaard. Voorbij de slotgracht ontdek je de restanten van een burcht op een aarden 'motte' en op het 'neerhof' een kapelletje en houten vakwerkgebouwen.





In Saint-Pierre-sur-Dives was het even een terrasje doen tot 's namiddags het poortje van de Jardin Conservatoire des Fleurs et Légumes du Pays d'Auge weer openging. We hadden ons deze museumtuin een flink stuk groter voorgesteld, maar de vriendelijke uitleg van de verantwoordelijke over de verschillende 'vergeten groenten' die hier worden geteeld deed de lichte teleurstelling na het wachten meteen verdwijnen. In een blaadje dat we in handen kregen gestopt lazen we een en ander over de domesticatie van wilde planten tot landbouwgewassen. In 812 schreef Karel de Grote voor om in de tuinen van zijn rijk 90 verschillende gewassen te telen. Vanaf dan kwamen in de loop der eeuwen planten uit alle delen van de wereld in onze tuinen terecht.




Drukbezocht leek ons dit kleine moestuinperceeltje niet. Toch komen liefhebbers van vergeten gewassen vanuit overal uit Europa hiernaartoe om plantgoed of zaden op de kop te tikken. Zelf kregen we, op onze vraag, enkele jonge plantjes van bernagie of komkommerkruid mee, nadat we enkele bloemetjes om te proeven aangeboden hadden gekregen. Hopelijk kunnen we volgend jaar onze eigen bloemetjes plukken om er slaatjes mee op te fleuren.




Parc et Jardins du Château de Vendeuvre waren de volgende halte. Een kasteel met een Franse tuin die vanaf 1970 werd aangelegd op basis van 18de eeuwse ontwerpen, met achteraan een grote vijver, maar vooral bekend om zijn 'jardins d'eau surprises', waar je af en toe door spuitend water verrast wordt (mijn fototoestelletje liet het na zo'n verrassing een behoorlijke tijd afweten).








Laatste in het rijtje waren de 18de eeuwse Parc et Jardins du Château de Canon, waar de mooiste verrassing tot op het eind van de wandeling bewaard werd: in 'Les Chartreuses' kwamen we in 13 afgesloten tuintjes terecht. Hier groeide vroeger het fruit langs de muren, maar vandaag zijn het vooral ontelbare bloemen die in deze 'serres zonder dak' genieten van de warmte. Het glaasje cider aan de 'Cave à cidre' achteraf viel evenmin te versmaden.