zondag 22 juni 2014

Vertier in Veere


Precies een week geleden brachten we een heerlijke namiddag door in het Zeeuwse havenstadje Veere. Een artikel in het tijdschrift Bloem en Plant (28ste jaargang, juni 2014), waarin Elisabeth Dolleman over haar tuin in het historische stadshart vertelt, had ons naar de zevende editie van het Veerse Open Tuinen Weekend gelokt.


In het pittoreske stadje en in het buitengebied stelden dit jaar een negental particuliere eigenaars hun tuin open voor het publiek...


We werden er hartelijk verwelkomd en genoten tijdens een mooie stadswandeling...


... van gezellig ingerichte stadsvoortuinen (waar een kleine boeddha de toeristen tot rust aanmaant),


... kleurrijke ommuurde binnentuinen,


... een verrassend grote stadstuin die het midden hield tussen een park- en cottagetuin,


... een natuurlijke tuin tussen haven en stadswal die met zijn moestuin, bloemenborders en ruimte voor kippen en konijnen als tuinreservaat bestempeld wordt (met zicht op de stadshuistoren tussen de takken van de fazantenbes door),


... een volkstuincomplex waar verschillende eigenaars zich in het zweet kunnen werken en waar ook een perceel in gebruik is door de Stichting Op Goede Gronden (het Walcherse kogelboontje wordt er met netten tegen de duiven beschermd),

... en op het eind van onze wandeling ook in een tweetal 'Buiten de Veste' gesitueerde tuinen.


Het meest werden we verrast door de inkijk die we geboden kregen in de anders voor onze ogen afgesloten binnentuinen. Op een soms heel beperkte oppervlakte troffen we hier een weelde aan planten en bloemen aan in bijzonder sfeervolle, Engels aandoende buitenkamers. De uitbundige groei en bloei is te danken aan het bijzonder gunstige microklimaat dat door de oude bakstenen tuinmuren gecreëerd wordt. Deze stenen muren dateren uit de 17de eeuw en hadden als doel om stadsbranden geen vrij spel te geven. Vandaag zorgen ze voor groene oases van rust in het druk door toeristen bezochte stadje aan het Veerse Meer.


Veere duikt al van ver in de polders op door zijn imposante Grote Kerk (foto vanuit de bloementuin van Elisabeth Dolleman). Het stadje was ooit één van Nederlands belangrijkste havens. Ook hier was grootheidswaanzin de toenmalige bestuurders helemaal niet vreemd. De Grote Kerk kent een geschiedenis van godshuis over militair hospitaal en armenhuis tot cultureel centrum. Alleen de Kleine Kerk, het gedeelte in het koor, behield een liturgische functie. Het is net voor de restauratie en het onderhoud van deze Kleine Kerk dat Veere jaarlijks zijn Open Tuinen Weekend organiseert.


In onze eigen tuin groeien momenteel paarsroze stokrozen. De zaadjes kocht ik een paar jaar geleden in Veere aan een onbemand stalletje waar je wat geld kon deponeren. In Bloem en Plant vertelt Elisabeth Dolleman dat ze zelf een aantal jaren geleden stokrozen zaaide in het achterliggende straatje aan haar achterpoortje. "Anderen hebben dat enthousiast overgenomen. Nu staan er overal stokrozen - als een spoor door hele Veere!". Inderdaad, zonder stokrozen zou Veere helemaal niet Veere zijn...

maandag 16 juni 2014

Voetbalgekte in mijn bord: lekker gezond


Ik geef het eerlijk toe: voetbal is absoluut niet aan mij besteed. Ik verbaas me al heel mijn leven over mannen (en vrouwen, ik wil niet seksistisch doen) die achter een bal aanhollen en daar nog voor toegejuicht worden ook. De voetbalgekte die ons land nu overspoelt naar aanleiding van de deelname van de Rode Duivels aan het WK in Brazilië, daar kan ik al helemaal niet bij. Driekleuren wapperen aan de gevels, auto's zijn gepimpt en met vlaggetjes versierd,... Zinsverbijstering alom. En toch doe ook ik mee aan deze massahysterie. Met een gezond bordje fruit! Zwarte braambessen, gele alpenaardbeitjes en rode aardbeien zijn mijn driekleur! De braambessen en de rode aardbeien komen uit de winkel, de alpenaardbeien 'Yellow Wonder' heb ik in mijn eigen tuin geplukt. De kleine gele vruchtjes smaken het zoetst van de drie en hebben het aroma van wilde bosaardbeien. Ik heb ze ooit als zaad gekocht van Peter Bauwens van De Nieuwe Tuin en doordat ze meerjarig zijn, kan ik er elk jaar van genieten. Al vergeet ik, net als de merels, soms dat ze zomaar in mijn tuin mee te graaien zijn. Want door hun gele kleur vallen ze helemaal niet op. Het is dan ook bijzonder grappig om te zien hoe de merels als vlugge voetballers achteloos voorbij al dat lekkers tussen mijn aardbeiplanten dribbelen.
Laat de Rode Duivels maar scoren!

woensdag 11 juni 2014

Compost deel 2... of de start van een slateeltbedrijf


Eergisteren schreef ik over compost, het begin van alle goeds in de tuin. Want compost verrijkt en verbetert de bodem en brengt die in evenwicht. Een evenwichtige, luchtige bodem zorgt ervoor dat planten en struiken en teeltgoed in gezonde omstandigheden kunnen groeien. In mijn zandgrond zorgt compost er ook voor dat water beter vast wordt gehouden. Dus werk ik compost in bij het planten en bij de bereiding van potgrond. Klinkt allemaal goed in theorie, maar dit jaar liep het in de praktijk behoorlijk anders dan verwacht.


Vorig jaar heb ik het moestuingedeelte van mijn tuin gereduceerd tot twee langwerpige vakken. In één vak teel ik peulerwtjes, omdat we daar zo verzot op zijn. In het andere wou ik dit jaar gaan tuinieren volgens het principe van de Makkelijke Moestuin (R) van Jelle Medema. Jelle begon in 2008 op 14-jarige leeftijd groenten te kweken in bakken. Hij haalde de mosterd hiervoor bij de Square Foot Gardening van de Amerikaan Mel Bartholomew. Zijn ervaring deelde hij met onzettend veel enthousiasme en op een bijzonder gevatte manier op zijn eigen website. Van de moestuinbak die ik wou laten maken kwam echter niet veel terecht, dus ging ik maar aan de slag in de 'bak' die ik vorig jaar met oude dakpannen improviseerde. Jelle gebruikt een Makkelijke Moestuinmix die bestaat uit gelijke delen goede compost, turfmolm (slechts eenmalig aan te schaffen) en vermiculiet. Helaas, ook mijn MM-mix raakte niet samengesteld, dus gebruikte ik in de plaats daarvan vooral mijn eigen compost en nam ik van het Makkelijk Moestuinieren alleen maar het planten in vierkante vakken van 30 bij 30 cm over. Twee vakken met enkele rode aardappelen die ik nog gevonden had, twee met rode bieten, twee met kropsla, eentje met radijzen en eentje met knolselder en de rest zou ik later nog wel invullen. En in elk vak mengde ik de grond kwistig met veel van mijn compost.


En toen ging het mis...


Het lijkt wel alsof er iemand na het zeven stiekem massa's zakjes met plukslazaad in mijn compost heeft rondgestrooid. Want mijn pseudo-makkelijkemoestuinbak is op korte tijd in een enorm plukslaveld veranderd. Niet één gewoon kropje sla valt er te bespeuren. Pluksla. Pluksla. En nog eens pluksla. Van radijzen, rode bieten en kropsla kan ik alleen maar een stil vermoeden hebben. De knolselderplantjes zijn door pluksla overmeesterd geraakt. Alleen de aardappelen torenen bij de slag met de pluksla boven hun belager uit.


Dezelfde taferelen spelen zich af op andere plaatsen waar ik de grond met mijn compost heb verrijkt. De primula's die in de voortuin onder mijn 'blozende ridder'-fuchsia stonden weg te kwijnen, werden de randbeplanting van mijn vierkante perk met vijgenstruik. Omdat ik vreesde dat de plantjes niet zouden gedijen in de droge zandgrond, voegde ik bij het verplanten gul compost toe. Resultaat is een indrukwekkend perkje van... pluksla! Ik win gegarandeerd de prijs van meest originele vondst! Idem voor de grote pot waarin ik knolselderplantjes had gezet. Verrijkt met compost levert dat een alleraardigst stilleven van... pluksla op! De tuin verdwijnt onder de pluksla! Nog heel even en ik kan mijn eigen plukslabedrijf starten...

maandag 9 juni 2014

Alles (her)begint met... compost


Precies een jaar geleden stopte ik met mijn blog. De jongste weken zijn mijn vingers echter weer enorm beginnen te jeuken. Niet alleen om in de aarde te wroeten, maar ook om over mijn liefde voor tuinen te vertellen. Ik herbegin mijn blog met datgene waar het in elke tuin mee zou moeten starten... Compost!


Eén van de eerste zaken die ik indertijd aanschafte voor mijn stadstuintje was een compostvat. Zo'n vat kon ik tegen een goedkope prijs op de kop tikken bij de groendienst van de gemeente. Korte tijd later kocht ik er nog twee extra. Drie vaten bieden namelijk het voordeel dat ik in vat 1 nieuwe compost kan maken. Om mijn compost om te zetten, breng ik die over naar vat 2. En in vat 3 laat ik mijn compost verder rusten. Het is het goed verteerde materiaal uit vat 3 dat ik in het voorjaar ga zeven om later in de tuin en in potten te gebruiken.


Om compost te kunnen zeven moet die voldoende droog zijn. Toen we nog een cavia of een konijn als huisdier hadden, was dat niet echt een probleem. Bij het wekelijks schoonmaken deponeerde ik de houtkrullen uit de kooi in het vat en mengde ik die met het vochtige materiaal. Tegenwoordig is het behelpen met verhakseld snoeihout, afgevallen blad en de droge stengels van de vetplanten (hemelsleutel) die ik in het voorjaar wegknip.


Het zeven is een behoorlijk tijdrovend en lastig werk als je daarvoor een gewone zeef gebruikt. Het kan ook anders. Met een oude ijzeren bedvering bijvoorbeeld. Mijn exemplaar stond enkele jaren geleden om de hoek van de straat, klaar om meegenomen te worden bij de grofhuisvuilinzameling. Zo'n kans kon ik natuurlijk niet laten liggen. Een oud vinyl tafelkleed op de grond, de ijzeren bedvering steunend op de vensterbank van de tuinberging en een schop... Meer heb ik niet nodig om rulle compost te verkrijgen. Het fijne materiaal valt door de mazen van de bedvering en schep ik keurig in zakken over.


Het grove materiaal dat nog niet voldoende verteerd is, verdwijnt in het nieuwe compostvat dat ik opzet. Wat takjes en snoeiafval op de bodem, het grove compostoverschot - waar de compostwormpjes nog in actief zijn - erbij en mijn compostvat is weer klaar voor het volgende composteringproces.