donderdag 27 december 2012

De kerstboom en de winterzonnewende

Een foto van mijn eigen kerstboom kan ik niet bij dit artikel plaatsen. Er staat er nu eenmaal geen in ons huis. De kerstgekte laat ik ook een beetje aan me voorbijgaan. Ik hou nu eenmaal niet van drukdoenerij, zoals wellicht heel wat tuiniers, en evenmin van opgeklopt gedoe. Kerst is een feest geworden van de commerce. Weinigen gaan nog als overtuigd christen naar de kerk, maar wanneer Kerstmis nadert vergeten velen opeens dat ze niet gelovig of dan toch zeker geen praktiserend katholiek zijn. De kerstboodschap wordt bedolven onder heel veel dure cadeaus die een plaats kregen onder de fraai opgetutte kerstboom. Waar komt die kerstboom in godsnaam vandaan? In Bethlehem zal er destijds alleszins geen in de buurt van de stal hebben gestaan. 'O dennenboom' zingen we, maar eigenlijk hebben we het over een spar. De katholieke kerk haalde de boom binnen van het heidense paganisme van onze Noord-Europese voorouders, die baden en feestten rond de bomen die ze vereerden. De cultus van de boom is wereldwijd één van de oudste godsdienstige rituelen. Ook vandaag hebben bomen voor velen een symbolische betekenis. We planten een geluksboom bij de geboorte van een kind en leggen zelfs geboortebossen aan. Bij bouwprojecten steken metselaars een meiboom op de schoorsteen. Bij onze voorouders eerden de druïden de spar omdat het één van de weinige bomen was die bij de winterzonnewende groen bleven.

Een leuke tekst over onze kerstboom bewaarde ik uit Touring Explorer van december 2010. Hieronder enkele passages uit wat Hilde Decrem schreef.

De pretbedervers van de boomverering waren de Romeinse christelijke keizers. Keizer Theodosius voerde in de vierde eeuw het christendom in als staatsgodsdienst. Dat was het begin van de strijd tegen heidense gebruiken. De boomverering ging dus 'underground' maar overleefde en dook gemodificeerd weer op onder invloed van de katholieke kerk die een en ander wist te recupereren. De herdenking van de geboorte van Jezus op een ander, onduidelijk moment tijdens het jaar sloeg namelijk niet echt aan. Het heidense 'joelfeest', het feest van de zonnewende of lichtfeest putje winter, was wel volop ambiance. Koppel het een aan het ander, hou dat een aantal eeuwen vol en het kerstfeest is een feit. Zo is het in zekere zin een compromis tussen heidense en christelijke gebruiken. Kerkelijke overheden hadden het niet voor de heidense boomverering; de kerststal was meer hun ding. Pas in de jaren 1980 haalde het Vaticaan een kerstboom in huis. Wat wijn en wat water later, en kijk, de kerststal heeft een plaats gekregen naast de kerstboom.

In haar artikel legde Hilde Decrem ook uit hoe de lichtjes in de boom zijn beland.
Het verlichten van bomen zou teruggaan tot het heidense midwinterlichtfeest, waarbij de zon vereerd wordt. Daar was de kerk niet zo wild van. Het verlichten van bomen was zelfs een tijd verboden. Maar de magie die uitgaat van een verlichte boom overwon.

Ze legt ook uit dat onze heidense voorouders eikels, noten, appeltjes, lokken haar, muziekinstrumenten en linten in de bomen hingen als waren het offers aan de goden. Toen rond 1880 glasblazers de techniek om glas te verzilveren in de vingers kregen, raakten de appels en noten vervangen door blinkende kerstballen.
De rest is economie.

En hoe zit het dan met de ster in de top van de boom? Onze voorouders hielden het bij een ster die kon draaien.
Deze draaiende ster stelt eigenlijk dan ook eigenlijk het zonnerad van de oude Germanen voor. Die geloofden dat de zon draaide op een soort rad: op en neer dus in een draaiende beweging. Na de 'campagne' van de kerk in de vierde eeuw werd de link gelegd naar de ster uit Bethlehem die aangaf waar Jezus geboren was.
De bol en de bel zijn dan weer vruchtbaarheidssymbolen...
Een top met twee bollen, een speerpunt, bellen en engelenhaar en die bovendien verlicht is, staat dus wel stijf van de symboliek maar is misschien wat 'over the top'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten